Imkersvereniging wil met 85-jarig jubileum bijenteelt promoten
‘Maar een enkeling weet iets van bijen’
Het bestuur van imkersvereniging Eendracht wil in de toekomst meer belangstellenden ontvangen in de bijenstal. (Foto: Gert Datema)
BEILEN - Imkersvereniging Eendracht viert het jubileum morgen met gepast feestgedruis. Van 17.00 tot 18.00 uur is er een officieel gedeelte voor de leden in de Bijenstal aan de Hijkerweg in Beilen, vanaf 18.30 uur wordt daar een markt gehouden met imkersbenodigdheden. Om 19.00 uur geeft J. de Vries, van veldstudiecentrum Orvelte en de vlinderwerkgroep in Drenthe, een dialezing over erfbeplanting in de brede zin van het woord. De markt en de dialezing zijn toegankelijk voor iedereen die belangstelling heeft.
BEILEN - De zoektocht naar de exacte gegevens van de oprichting is vooralsnog niet geslaagd en ook de notulen van de eerste vergadering zijn even zoek. Dus helemaal met zekerheid kan voorzitter Lute van de Bult niet aangeven wanneer de Beiler imkersvereniging Eendracht nu precies is ontstaan. Het moet in het jaar 1912 zijn geweest, daar zijn de bestuursleden het wel over eens. En dus wordt dit jaar het 85-jarig jubileum gevierd.
Gelijktijdig met het honderdjarig bestaan van de landelijke imkersvereniging, hoewel dat niet de reden voor het feestje van imkersvereniging Eendracht is. Het 85-jarig jubileum wordt vooral aangegrepen om de bijenteelt in het algemeen en de imkersvereniging in het bijzonder wat meer bekendheid te geven. “Meestal wordt de bijenteelt gewoon in de natuurles behandeld, sommige scholen gaan er wat uitgebreider op in, maar wij willen graag dat de scholen eens een middag bij ons een kijkje komen nemen in de bijenstal. We hopen dan natuurlijk dat er kinderen bij zitten die wat in de bijenteelt zien”, vertelt Van der Bult. “Want maar een enkeling weet iets van bijen af. Ze schelden ze uit voor lelijke rotwesp en denken dat ze altijd steken, puur onwetendheid. Ik laat de kinderen altijd zien dat bijen niet steken als je ze niet lastig valt, soms moet ik een hele tijd met m'n hand boven een kast zwaaien voordat er eentje steekt”.
Vergrijzing
Want eerlijk gezegd kan de imkersvereniging wel wat meer leden gebruiken en dan vooral jonge leden. Want de vereniging dreigt een beetje te vergrijzen. De officiële ledenlijst kent op dit moment 87 leden en dat is wel eens anders, geweest. Een fragment uit de Beiler Courant Toen meldt een opkomst van 103 leden bij een ledenvergadering in september 1912: ‘de achterzaal van den heer Bosman aan de Paltz was zoo bezet, dat niet ieder eene zitplaats kon bekomen’.
“Vroeger was, er altijd opvolging, het ging van vader op zoon. Nu zien mensen het als hobby, schoolmeesters die ineens interesse krijgen in de bijenteelt. De bijenteelt is toegankelijker geworden, ook de middelen veranderen door de tijd heen. Vroeger werkten we met gevlochten korven, die we soms zelf van braamstruiken vlochten, nu zijn het bouwpakketten, daar kun je ook veel meer mee doen”, legt Van de Bult uit.
Enthousiasme
Het enthousiasme uit 1912 leeft helaas niet meer zo bij de huidige leden. Eigenlijk is de imkersvereniging dan ook een beetje apart. Het is wel een vereniging, maar de leden doen niet eens zoveel met elkaar. “De leden komen uit alle lagen van de bevolking; het werkt wel maar een echte samenwerking bestaat niet”, betreurt Van de Bult. “Het is moeilijk om de leden geïnteresseerd te krijgen, ze denken al gauw het bestuur, doet het wel.”
Dat enthousiasme leeft wel bij Van de Bult, de bijenteelt is hem met de paplepel ingegeven. Waarschijnlijk was zijn grootvader al vanaf de oprichting lid. (noot Wim Joosten: in januari 1918 meldt zich een L v/d Bult aan als lid bij de VBBN)
Ook zijn vader was lid en hoewel Van de Bult vond dat de imkersvereniging meer iets was voor oudere mensen, kwam ook hij terecht bij Eendracht. Omdat hij bij vergaderingen overal een mening over had en die ook spuide, werd hij al snel benaderd voor een bestuursfunctie, vanaf 1987 werd dat het voorzitterschap.
Natuur
Van de Bult ziet redenen genoeg om imker te zijn. “Je bent meer bij de natuur betrokken, je let meer op wat er bloeit en je raakt zo betrokken bij een stukje natuur waar in principe nog maar heel weinig van bekend is. Er is al veel onderzoek gedaan, maar eigenlijk is het nog maar in het beginstadium wat bijenteelt inhoudt. Je staat steeds weer voor raadsels. Waarom vliegt een bij wel naar de ene bloem en niet naar de ander en waarom willen sommige bijenvolken niet bijelkaar.”
De bijenteelt van vroeger verschilt nogal van die van tegenwoordig. “Het was vroeger een bron van inkomsten. Lidmaatschap van de imkersvereniging was een manier om informatie op te steken over bijen. In de oorlog waren mensen ook lid om bepaalde faciliteiten. Tabak bijvoorbeeld, het middel om bijen rustig te houden, of gedenaturaliseerde suiker. Honing was immers ook een vervangingsmiddel voor suiker.”
“De korven werden meestal ook in de hei gezet. Ik herinner me nog dat we 's morgens vroeg met een bakfiets met vijf of zes kasten erop naar het Brunstingerveld fietsten. Vroeger was Drenthe één groot heidegebied. Plattenveld bijvoorbeeld, de huidige woonwijk Plattenkamp, was vroeger ook heide. Nu weet haast niemand dat meer.”
De bijen staan nu veelal thuis en vreemd genoeg is er voor de bijen in het dorp zelf meer te vinden dan vroeger. “Ze kunnen in de wijken van Beilen genoeg vinden nu de tuinen beter zijn aangelegd”, volgens Van de Bult.
Imkers die thuis geen ruimte hebben om bijen te houden, kunnen ze onderbrengen in de bijenstal van de imkersvereniging aan de Hijkerweg. Die bijenstal wordt ook gebruikt voor voorlichting en er wordt lesgegeven door imkers met lesbevoegdheid.