Imkersvereniging ”EENDRACHT”, Beilen e.o.
Huishoudelijk Reglement inzake het Bestuur.
HOOFDSTUK 1
Definitie
1.1.1. Het Bestuur van de vereniging is belast met – namens de leden – het besturen van de vereniging in de ruime zin des woords, behoudens beperkingen volgens de Statuten van de vereniging.
Doelstelling
1.2.1. Zoals vermeld in de Statuten heeft de vereniging (en daarmee het Bestuur) als doelstelling:
a. het bevorderen van de bijenteelt
b. al hetgeen met het bovenstaande rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord.
Middelen
1.3.1. Het Bestuur (de vereniging) tracht de doelstellingen, binnen het kader van de landelijke vereniging NBV, en ook in de gewestelijke Groep Drenthe o.m. te bereiken door:
a. het verbreiden van kennis
b. het verbeteren van resultaten van het bijenhouden
c. het geven van voorlichting
d. het behartigen van imkerbelangen van haar leden
e. alle andere wettige middelen welke bevorderlijk kunnen zijn.
Algemeen
1.4.1. Het bestuur bestaat uit een oneven aantal personen, met een minimum van 3, dat door de Algemene Ledenvergadering wordt benoemd, waarbij de voorzitter als zodanig kan worden benoemd.
1.4.2. Bestuursleden worden benoemd voor de periode van drie jaar. Zij kunnen door de ledenvergadering maximaal voor één periode van drie jaar worden herbenoemd.
1.4.3. De vereniging wordt in en buiten rechte uitsluitend vertegenwoordigd door de voorzitter en de secretaris gezamenlijk. Bij belet of ontstentenis van één van hen vervangt de penningmeester de afwezige.
Taken
1.5.1. Functie Voorzitter:
De voorzitter is het eerste, officiële, aanspreekpunt van de vereniging. Hij:
# stimuleert de “eenheid” binnen de vereniging
# leidt vergaderingen; bereidt deze voor samen met andere bestuursleden
# let op de gezamenlijkheid van beslissingen, en coördineert taken van de overige bestuursleden
# is primair de vertegenwoordiger van de vereniging in contacten naar “buiten”.
1.5.2. Functie Secretaris:
1.5.3. De secretaris zorgt vooral voor het “papierwerk” in de vereniging, zoals verslagen, correspondentie, archivering. En verder:
# legt hij besluiten van vergaderingen vast
# verzorgt hij in- en uitgaande post, jaarverslagen e.d.
# houdt hij de ledenadministratie bij
# is hij schriftelijk aanspreekpunt van de vereniging (in- en extern)
# bereidt hij geplande vergaderingen voor (agenda, organisatie, reserveringen)
# is hij verantwoordelijk voor het bijhouden van de inventarislijst verenigingseigendommen.
1.5.3. Functie penningmeester.
De penningmeester is de financieel verantwoordelijke in de vereniging. Hij:
# houdt de administratie van inkomsten en uitgaven bij
# brengt aan bestuur en leden verslag uit van de resultaten, en stelt begrotingen (jaarplannen) op
# is het financieel aanspreekpunt van de vereniging (in- en extern)
# doet geen hogere financiële uitgaven cq gaat geen verplichtingen aan hoger dan € 200,00 zonder voorafgaande accordering van het dagelijks bestuur van de vereniging
# heeft goedkeuringsverantwoordelijkheid vooraf t.a.v. financiële uitgaven en aangaan van verplichtingen door Bestuur en leden van de vereniging. Uitgaven hierop zijn de uitgaven door bestuursleden t.b.v. de uitoefening van de dagelijkse bestuurlijke werkzaamheden (zoals papier- en portokosten, e.d.).
1.5.4. Het bestuur is bevoegd om onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies die door het bestuur worden benoemd.
1.5.5. De taken van alle bestuursleden betreffen tevens het organiser3en van diverse activiteiten t.b.v. het nastreven van de verenigingsdoelen, e.e.a. zowel in- als extern. Voor een goede taakverdeling is het vaak – om diverse redenen – wenselijk de bestuursactiviteiten te laten ondersteunen door commissies/werkgroepen, welke verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van gedefinieerde verenigingsdoelen (denk aan Drachtbevordering, P.R., Gezondheid, Opleiding/begeleiding, Huisvesting, etc.).
1.5.6. Bestuursleden hebben – om praktische redenen -, zo mogelijk, zitting in commissies/werkgroepen.
Huishoudelijk Reglement inzake Bestuurscommissies.
HOOFDSTUK 2
ALGEMEEN
2.1.1. Het Bestuur van de vereniging kan, al dan niet op verzoek van de leden, overgaan tot het instellen van Commissies of Werkgroepen, bestaande uit vrijwilligers uit de vereniging. Commissies of werkgroepen hebben de opdracht specifieke, gedefinieerde activiteiten t.b.v. de vereniging te ontplooien. Deze activiteiten kunnen een structureel, langlopend karakter hebben, doch ook kortstondig, en gericht op (een) kortlopende activiteit(en).
2.2.1. Commissies worden door het Bestuur van de vereniging geïnstalleerd; zij ondersteunen specifieke bestuursactiviteiten. De eindverantwoordelijkheid van commissieactiviteiten berust bij het Bestuur van de vereniging.
2.3.1. Commissies met opdracht voor structurele, langlopende activiteiten worden steeds gedurende een periode van telkens 3 jaar geïnstalleerd. De leden van de Commissies stellen een rosster van aftreden op.
2.3.2. Regelmatig vindt informatief- en voortgangsoverleg plaats tussen Bestuur en Commissies. Dit overleg kan plaatshebben op initiatief van Bestuur of Commissie.
2.4.1. Commissies ontwikkelen, in geval van opdrachten met langdurig karakter, jaar- of ½jaarplannen voorzien van de noodzakelijke bijzonderheden zoals motivaties, doelstellingen, prioriteiten, looptijden, kosten etc., en legt deze plannen voor aan hete Bestuur.
2.4.2. Het Bestuur legt de voorgenomen plannen, als onderdeel van het verenigingsbeleid, voor aan de leden in de jaarlijkse ledenvergadering of in tussentijds plaatsvindende ledenvergaderingen.
2.4.3. In geval van voorgenomen activiteiten, niet opgenomen in het jaar- of ½-jaarplan, wordt tevens vooraf afgestemd met het Bestuur als onder 2.4.1. omschreven.
2.4.4. Na definitieve formulering van een plan van aanpak worden plannen in projectmatige zin uitgevoerd, d.w.z. op de afgesproken wijze.
2.5.1. Commissies rapporteren primair aan het Bestuur. Tevens rapporteren zij in de vorm van een bondig, schriftelijk jaarverslag aan de jaarlijkse Ledenvergadering, en wanneer nodig met een mondelinge toelichting daarop.
HOOFDSTUK 3
BESTUURSCOMMISSIE ”DRACHT”
Definitie
3.1.1. De Commissie ”Dracht” bestaat uit enige leden van de vereniging, welke binnen de vereniging de opdracht heeft het Bestuur te ondersteunen. Dit door het ontwikkelen, uitwerken, realiseren van voorstellen/initiatieven, welke de drachtontwikkeling dienen en stimuleren.
Doelstelling
3.2.1. De doelstelling van de commissie ”Dracht” is het, ten behoeve van de vereniging, zoeken naar middelen en mogelijkheden tot verbetering en ontwikkeling van dracht en drachtgebieden. De commissie adviseert en ondersteunt het Bestuur daadwerkelijk t.a.v. de hierboven omschreven doelstelling.
Middelen
3.3.1. De middelen welke gehanteerd kunnen worden tot verbetering van drachtomstandigheden in het algemeen kunnen onderverdeeld worden in:
· Het zoeken naar aanwezige, beschikbare drachtgebieden en – mogelijkheden in de regio of zelfs daarbuiten. (korte termijnacties)
· Het zoeken naar wegen tot verbetering van dracht op termijn d.m.v. het hebben en onderhouden van goede contacten met collega-imkers(-verenigingen), ”groen”verenigingen, instanties, overheden. Het deelnemen aan ”groen”projecten etc., teneinde drachtontwikkeling te promoten cq. Te bevorderen. (lange termijnacties).
3.3.2. De Commissie kan, met inachtneming van het in Hoofdstuk 2 gestelde, zelfstandig genoemde initiatieven ontplooien, en, wanneer wenselijk, i.s.m. meerdere leden van de vereniging (i.g.v. lokale activiteiten) of i.s.m. Groep Drenthe van de NBV (i.g.v. regionale activiteiten).
3.3.3. Expertise, hulp en advies vanuit het Hoofdbestuur NBV kan – uiteraard – ingeroepen worden. (Commissie Drachtplanten). Drachtpromotiemateriaal is veelal gratis beschikbaar/verkrijgbaar. (materiaal, folders, Drachtplantengids, etc.).
3.3.4. Activiteiten in uitvoering is samenwerking met derden blijven vallen onder de verantwoordelijkheid van de Commissie ”Dracht”.
HOOFDSTUK 4
BESTUURSCOMMISSIE ”PR en Educatie”
Definitie
4.1.1. De Commissie ”PR en Educatie” bestaat uit enige leden van de vereniging, welke binnen de vereniging de opdracht heeft het Bestuur te ondersteunen. Dit door het ontwikkelen, uitwerken, realiseren van voorstellen/initiatieven, welke de bekendheid en de doelstellingen van de vereniging vergroten resp. uitdragen.
Doelstelling
4.2.1. De doelstelling van de Commissie ”PR en Educatie” is zoeken naar middelen en mogelijkheden tot vergroting van de bekendheid van de vereniging en de verbetering van het imago van de imkerij in het algemeen. De promotie van de bijenteelt als hobby, en tegelijkertijd de benadrukking van het nut van de bij als bestuiver van bloemen in het cultuur- en natuurlandschap. De commissie adviseert en ondersteunt het Bestuur daadwerkelijk t.a.v. de hierboven omschreven doelstelling.
Middelen
4.3.1 De middelen welke gehanteerd kunnen worden voor het bereiken van de doelstelling van de Commissie ”PR en Educatie” kunnen worden onderverdeeld in:
· Het organiseren van manifestaties/evenementen, de bijenteelt tot onderwerp hebbende. Dit veelal i.s.m. andere ”groen”-verenigingen/organisaties.
· Medewerking verlenen aan evenementen van andere ”groen”-verenigingen, natuurorganisaties, overheden, etc.
· Aanschaf, beheer en onderhoud van voorlichtings- en lesmaterialen.
· Het organiseren (en het geven van bekendheid daaraan) van
o Excursies
o Introductie dagen/cursussen
o Voorlichting/voordrachten (scholen, verenigingen).
4.3.2. De Commissie kan, met inachtneming van het in Hoofdstuk 2 gestelde, zelfstandig genoemde initiatieven ontplooien, en, wanneer wenselijk, i.s.m. meerdere leden van de vereniging (i.g.v. lokale activiteiten) of i.s.m. Groep Drenthe van de NBV (i.g.v. regionale activiteiten).
4.3.3. Expertise, hulp en advies vanuit het Hoofdbestuur NBV kan – uiteraard – ingeroepen worden. PR-materiaal is veelal gratis beschikbaar/verkrijgbaar. (materiaal, folders, brochures, etc.)
4.3.4. Activiteiten in uitvoering is samenwerking met derden blijven vallen onder de verantwoordelijkheid van de Commissie ”PR en Educatie”.
HOOFDSTUK 5
BESTUURSCOMMISSIE ”STAL”
Definitie
5.1.1. De Commissie ”Stal” bestaat uit enige leden van de vereniging, welke binnen de vereniging de opdracht heeft het Bestuur te ondersteunen. Dit door het uitwerken van voorstellen/initiatieven, welke de kwaliteit van Stal, inventaris, en terrein onderhouden cq verbeteren.
Doelstelling
5.2.1. De doelstelling van de commissie ”Stal” is het leveren van zo optimaal mogelijke faciliteiten aan leden van de vereniging:
· Ten behoeve van het onderbrengen van bijenvolken in en bij de stal
· Ten behoeve van het houden van bijeenkomsten van leden
· Ten behoeve van PR- en Drachtbevorderingsactiviteiten
· Ten behoeve van festiviteiten, cursussen
· Ten behoeve van – kortom – die activiteiten welke de doelstelling van de vereniging ondersteunen.
Taken
5.3.1. De Stalcommissie ziet er op toe dat het – in de Stal aanwezige – Stalreglement wordt nageleefd door de gebruikers en bezoekers van de Stal.
5.3.2. De Commissie ontwikkelt activiteiten t.b.v. het structurele onderhoud en zo mogelijk verbetering van Stal, inventaris en terrein.
5.3.3. De Commissie doet, met inachtneming van het genoemde in Hoofdstuk 2, voorstellen tot het reserveren van gelden op de jaarlijkse begroting t.b.v. het structurele onderhoud van de Stal (fondvorming).
5.3.4. De Commissie houdt een inventarislijst bij van die goederen in de stal, zijnde eigendommen van de vereniging. Een recent bijgewerkte lijst wordt jaarlijks aan de Ledenvergadering gepresenteerd. (Deze inventarislijst is een onderdeel van de totale opsomming van de lijst ”Verenigings-eigendommen”).
5.3.5. Ingeval van voorgenomen activiteiten in en om de stal (zoals festiviteiten, excursies) wordt de stalcommissie primair en vooraf geconsulteerd. Zij verleent de (eventueel nodige) sturing bij de voorbereiding en begeleiding van genoemde activiteiten.
5.3.6. De Commissie verdeelt de beschikbare staanplaatsen van bijenvolken in en om de Stal onder leden-belangstellenden, en wel in goed overleg. Zij int de hiervoor door het bestuur vastgestelde jaarlijkse huurgelden.
5.3.7. De Commissie verhuurt staanplaatsen in principe voor de periode van één jaar. De huur wordt stilzwijgend, telkens voor een jaar, verlengd, tenzij naar het oordeel van de Commissie wijzigingen noodzakelijk zijn.
5.3.8. De Commissie is primair verantwoordelijk voor de in de Stal aanwezige bijenvolken van de vereniging. Zij kan de verzorging van de volken ”uitbesteden” aan een of meer leden van de vereniging.